Antwoorden

Hier vind je alle antwoorden van Tadoeboek, klik op de button voor de antwoorden per thema: 

 

Antwoorden Vriendschap

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Vriendschap'
(blz. 1t/m 8)

Opdracht 1. Friend of honour batch
Eigen antwoord. 

Opdracht 2. Eigenschappen van een 'goede vriend'. 

1. Dit doe je als je vriend verdrietig is F. Troosten 
2. Als iets zwaar is, is het fijn als je vriend je kan O. Steunen 
3. Als je vriend in nood is, moet je hem R. Helpen 
4. Dit doe je wanneer je eigenlijk zelf iets wil, maar het toch aan je vriend geeft E. Dingen gunnen 
5. Je kunt iets alleen opeten, maar het is aardiger om te V. Delen 
6. Je hoeft niet bij alles dezelfde mening te hebben als je vriend, maar je moet zijn mening wel E. Respecteren 
7. Ook al is de waarheid niet altijd leuk, je kunt beter wel R. Eerlijk zijn 

De letters vormen het woord Forever   --> BEST FRIENDS FOREVER 

Opdracht 3. The Red flag oefening:
situatie 1 = rode vlag (Je vriend maakt je medeplichtig van diefstal, ook al gaat het om een geodriehoek, dit is niet OK!) 
situatie 2 = groene vlag (lief dat jouw vriend zijn eten met jou wil delen) 
situatie 3 = rode vlag (Een echte vriend helpt zonder er zelf beter van te willen worden. Nu gebruikt jouw vriend jou om geld te verdienen, dit is niet OK!) 

Opdracht 4.
Eigen antwoord

Lees meer »

Antwoorden Verliefdheid & Relaties

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Verliefdheid & Relaties'
(blz. 9 t/m 17 ) 

Opdracht 5: Geef alle vakjes met een stipje een kleur. 
Wat zie je dan? Een bord met daarop 'Caution, you might fall in love'. 

Opdracht 6. Beantwoord deze vragen over verliefdheid: 

1. Hoe herken je verliefdheid?
Je denkt veel aan één en dezelfde persoon, wil het liefst bij die persoon zijn.

2. Kun je op iedereen verliefd worden?
Op zich wel, maar op wie je verliefd wordt is natuurlijk iets heel persoonlijks.

3. Hoe kom je erachter of de verliefdheid wederzijds is?
Door het aan die persoon te vragen.

4. Hoe herken je een nee signaal, en hoe reageer je daarop?
Als iemand niet enthousiast reageert, vraag dan wat die persoon ervan vindt. Wil die iets wel of niet. Je kunt het beter zeker weten. Soms vindt iemand het lastig om uit zichzelf te zeggen, want die wil je niet kwetsen.

 Je hoeft niet boos te reageren als iemand nee zegt. Iemand geeft gewoon zijn grens aan. Dat hoeft niet altijd persoonlijk te zijn, maar is wel duidelijk.

5. Hoe herken je dat iemand jou leuk vindt?
Iemand doet heel aardig, wil jou helpen, bij je in de buurt zijn, én zegt dat ie jou leuk vindt.

6. Wanneer heb je een relatie?
Dit kan per koppel verschillend zijn. Vaak wordt onderling besproken, ‘zijn we nu een koppel?’. En wat houdt dit dan voor ons in. Wat vinden we leuk om samen te doen bijv.

7. Heb je nog tijd voor je vrienden als je een relatie hebt?
Het is goed om nog wel tijd te besteden aan je vrienden, ook als je een relatie hebt. Want vriendschappelijke relaties zijn ook belangrijk. Maar zoals voor alles geldt, als je het belangrijk vindt, maak je er tijd voor vrij, en dat geldt ook voor je vrienden.

 

Opdracht 7. Van Date tot duo
Er is niet één juiste volgorde bij deze opdracht. Er is dus géén goed of fout, je mag ook stappen overslaan. 

Opdracht 8. Van punt naar punt
Als je het goed hebt gedaan, zie je twee mensen die elkaar zoenen. 

Opdracht 9.  Een mooie leeftijd om voor het eerst met iemand te zoenen
Er is géén vaste 'goede' gemiddelde leeftijd om voor het eerst met iemand te zoenen. Belangrijk is dat je zelf vindt dat je er aan toe bent, dat je het allebei wil, en dat de plek ook geschikt is.  

 

Opdracht 10: Met wie heb jij allemaal een 'relatie' ? 

Zakelijke relatie                                  Persoonlijke relatie                            Liefdes relatie
Bijvoorbeeld:                                         Bijvoorbeeld:                            
De bakker                                               Vrienden en vriendinnen                 De persoon met wie 
de kapper                                                familie, gezin, tantes, ooms,           je een liefdesrelatie 
de tandarts                                            neven en nichten.                                 hebt, je vriendje/ 
de kassière bij de AH                         Teamleden van de sportclub          vriendinnetje. 
de postbode
de afdelingsleider op school
De docent

1. Kun je een liefdesrelatie hebben met meerdere personen? 
Ja, dat kan. Alleen is het wel zo netjes als je dat dan ook bespreekt met alle partijen. Zodat ze dat van elkaar weten en er ok mee zijn. Zo’n vorm van relatie heet een polygame of poly amoureuze relatie.

2. Wat is volgens jou een goede leeftijd om aan een liefdesrelatie te beginnen?  
Er is geen vaste standaard leeftijd. Het is wel belangrijk dat iedereen in de relatie er klaar voor is en dit ook wil, en dat er geen grote leeftijdsverschillen zijn. Zeker niet als je nog minderjarig bent.

Opdracht 12. Liefdesrelaties in alle soorten en maten
1 = B     2 = D    3 = C     4 = A     5 = E 

 

 

 

 

 

 

Lees meer »

Antwoorden Gender & liefdesdiversiteit

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Gender & liefdesdiversiteit' 

(Blz. 18 t/m 28) 

Opdracht 13. Ontcijfer de code en vind de geheime boodschap. 

Life is to short to not love who you are

Opdracht 14. Weet jij waar de letters van de Queer paraplu voor staan? 

L = Lesbisch 
H = Homoseksueel 
B = Biseksueel 
T = Transseksueel
I =  Intersekse
Q= Queer
A = Aseksueel 
+ = plus, nog andere identiteiten

Opdracht 15. Wat heeft Gender en liefdesdiversiteit met een kast te maken? 
Als iemand die niet heteroseksueel is of queer, dit voor het eerst aan anderen vertelt, noemen ze dat ook wel ‘uit de kast komen'.

Een hetero normatieve wereld.
1. Eigen antwoord. 2. Eigen antwoord. 3. Eigen antwoord. 4. Eigen antwoord. 5. Eigen antwoord. 

Opdracht 16. Voornaamwoorden 
a. Pronouns 
b. Die en diens  of hen en hun.
c.
Belangrijk, vraag wat iemands 'pronouns' of 'voornaamwoorden' zijn, voordat je dat zelf gaat invullen. 

Opdracht 17. Zoveel vlaggen 
1 = Heteroseksueel 
2 = Panseksueel 
3 = Bi-seksueel 
4 = Non- binair 
5 = Transseksueel 
6 = Aseksueel 
7 = Homoseksueel 

Opdracht 18. Waar of niet waar? Secret message! 
1 = Niet waar (L)          Soms weet je heel makkelijk hoe je je wil noemen, maar het kan ook zo zijn dat je het nog niet zeker weet of dat je het gevoel hebt dat niets bij je past. 
2 = Niet waar (O)         
Je kunt niet zien of iemand homo is, hetero, bi of iets anders Bij sommige mensen kun je het denken door hun kleding of houding, maar helemaal zeker weet je het niet. Als je het echt wil weten, kun je het voorzichtig vragen.                                
3 = Niet waar (V)          dit kun je niet testen.
4 = Niet waar (E)          Hoeveel mensen er precies homo, lesbisch of iets anders niet-hetero zijn, is niet te zeggen. Er wordt geschat dat het over ongeveer 1 op 20 mensen gaat.
5 = Niet waar (L)          Sommige mensen ontwikkelen in de puberteit pas geslachtskenmerken waardoor ze dan pas merken dat ze intersekse zijn.
6 = Niet waar (O)         Je voelt je zowel tot jongens als tot meiden aangetrokken. Soms wat meer tot jongens, soms wat meer tot meiden, maar het betekent niet dat je niet kunt kiezen, of allebei de opties open wilt houden
7 = Niet waar (V)          Sommige mensen weten dit al als ze heel jong zijn, anderen pas veel later. Misschien weet je het zelfs nooit zeker. Dat kan lastig zijn, maar het is niet erg.
8 = Waar (E)                    Je kan inderdaad niet kiezen op wie je verliefd wordt. Over die gevoelens heb je geen controle. Het is iets wat je overkomt.

De geheime boodschap is :  LOVE = LOVE 

 

Lees meer »

Antwoorden Bodies deel 1

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Bodies deel 1'
(blz. 29 t/m 38) 

Opdracht 19. Puberteit woordzoeker 
Kun jij alle woorden vinden? 

Opdracht 20. Woordweb 
Vul het woordweb aan, wat verandert er allemaal aan je lichaam in de puberteit? (zie afbeelding onderaan) 

Borsten, borsthaar, okselhaar, ongesteld, zweten, schaamhaar, natte droom, baard in de keel, puistjes  (je kunt hier mogelijk ook nog andere antwoorden hebben die goed zijn). 


Opdracht 21. Waarom al dat haar? 
a. Weet jij een beter naam voor 'schaamhaar'?  Eigen antwoord. 
1. Scheermesjes voor vrouwen zijn goedkoper dan voor mannen --> niet waar 
2. Het is beter om tegen de haargroei richting in te scheren --> niet waar 
3. Pubers hebben meer haar dan baby's --> niet waar 
4. Scheren is hygiënischer --> niet waar 

Opdracht 22. Wanneer je gezicht scheren? 

Je kunt je gezicht scheren met een scheermesje of een scheerapparaat. 

Tips voor de eerste keer scheren: 
1. Was je gezicht 
2. Breng scheerschuim aan. 
3. Scheer met de haargroei mee 
4. Spoel je gezicht af 
5. Breng een (kalmerende) crème op. 

Voor het scheren heb je nodig: water, scheerschuim (of scheergel), een scheermesje, een (kalmerende) crème en een schone handdoek. 

Opdracht 23. Acné 
1. Acné is een ander woord voor puistjes en mee eters.
2. Acné kan voorkomen op het gezicht, je rug, schouders, borst en in je hals
3. Niet waar 
4. niet waar 

Opdracht 24. Zweten, tips: 
1. hygiëne                              4. t-shirt                           7. stress 
2. één keer                             5. regelmatig                 8. deodorant 
3. vers zweet                        6. katoen 

Opdracht 25. Puber puzzel
Als je de puzzel goed hebt gemaakt lees je bij de pijl --> puberteit
(zie afbeelding onderaan) 

Lees meer »

Antwoorden Bodies deel 2

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Bodies deel 2' 
(blz. 39 t/m 44) 

Opdracht 26. Geef alle vakjes met een stipje een kleur. 
Weet jij wat dat is? --> Het is de clitoris  (zie afbeelding onderaan) 

Opdracht 27. Omcirkel het juiste: 
1. De vulva is de buitenkant (het uitwendige gedeelte) en de vagina is de binnenkant (het inwendige gedeelte) 
2. Vraag: Is de vagina gevoelig? --> Nee 
3. Wat is het meest gevoelige plekje bij de vrouw? --> De clitoris. 

Opdracht 28. Vul de zinnen aan. 
1. de buik                                                  5. zwellichaam 
2. clitoris                                                  6. stijf 
3. vulvalippen                                        7. erectie 
4. de penis 

Opdracht 29. Plaatje raden, weet jij wat waar zit? 

1. venusheuvel                                      5. vestibulum 
2. clitoris                                                  6. perineum 
3. plasbuis                                               7. binnenste lippen 
4. vaginale opening                           8. buitenste lippen

Opdracht 30. Hoe zit het ook alweer met de vagina, wat zit waar? 

1. Endeldarm                                          5. blaas                                                9. eierstok 
2. Anus                                                       6. urinebuis                                      10. baarmoederhals 
3. Schaambeen                                      7. baarmoeder                                 11. clitoris 
4. Urineleider                                         8. eileider                                           12. vagina 

Opdracht 31. All things penis...  Wat zit waar? 

1. Endeldarm                                         6. eikel                                                  11. zaadleiders        
2. Anus                                                      7. voorhuid                                         12. prostaat 
3. Schaambeen                                     8. balzak                                              13. zaadblaasjes 
4. Penis                                                     9. bijbal                                        
5. Zwellichaam                                    10. teelbal 

Als je de puzzel goed hebt ingevuld vind je het antwoord bij de pijl. Waarvoor wordt het nog meer gebruikt? --> om te plassen 

 

 

Lees meer »

Antwoorden Menstruatie

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Menstruatie'. 

(Blz. 45 t/m 51) 

Opdracht 32. Period puzzel. 

Opdracht 33. Invuloefening over tampons
1. inwendig 
2. touwtje 
3. spons 
4. bloed 
5. gevoelszenuwen 
6. verwisselen 

Opdracht 34. De ongestelde vragen
1.Kan je plassen met een tampon in? Ja zeker, want je tampon stop je vagina, en niet in je plasbuis.

2. 
Op alle dagen van de menstruatie verlies je evenveel bloed : niet waar.

3. Wat is het verschil tussen maandverband en een inlegkruisje?
Maandverband is wat dikker en kan meer bloed opvangen. Een inlegkruisje is dunner.

4. De grote van de tampon heeft te maken met de grote van de vagina, waar/ niet waar? Niet waar! De grote van de tampon heeft te maken met hoeveel bloed je verliest.

5. Hoeveel bloed verliest een vrouw gemiddeld tijdens de hele menstruatie? Ongeveer 60 tot 80 milliliter.

6. Hoe lang duurt een menstruatie ongeveer? Gemiddeld 5 dagen.

7. Wat kost een pak maandverband ongeveer? Zo’n 3 tot 6 euro.

8. Hoe lang is iemand die menstrueert in zijn leven ongeveer ongesteld? Gemiddeld 3000 dagen.

9. Hoeveel tampons/ maandverband gebruikt een vrouw 'ongeveer' per menstruatie?
Gemiddeld 20 stuks.
Maandverband verwissel je meestal om de 4 tot 6 uur (afhankelijk van het bloedverlies). Dus zo’n 4 maandverband per dag. De gemiddelde vrouw menstrueert ongeveer 5 dagen. Dus 5x4 = zo’n 20 stuks
Bij tampons gebruik je gemiddeld 4 tampons per dag wat bij een menstruatie van 5 dagen neerkomt op 20 stuks

10. Sally Ride kreeg 100 tampons mee. Dit was te veel :)
11. Op het plaatje zie je een menstruatie cup 
12. Naast de menstruatie cup is er ook nog uitwasbaar maandverband en  menstruatie ondergoed.

Opdracht 36. Als je menstruatieklachten niet normaal zijn. 

A. PMS (premenstrueel syndroom) 
B. PMDD (premenstrual dysphoric disorder) 
C. HMB (hevig menstrueel bloedverlies)

Opdracht 37. 'All things period'
1. eerst  
2. aardig 
3. doorlekt 
4. middel 
5. koud 

HET    BLIJF KU

  1.2.  3.4. 5. 6.7.

Lees meer »

Antwoorden Be safe

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Be safe'. 
(blz. 52 t/m 57)

Opdracht 38. Zoek de verschillen 

Opdracht 39. 
1. Zingen voor de kerk is geen veilige methode om een soa te voorkomen want Het is moeilijk op een hoogtepunt te stoppen, en ook voordat een jongen klaar komt kan er al zaad vrijkomen in het voorvocht. 
2. Een condoom kun je maar 1 keer gebruiken --> waar 
3. De jongen moet altijd de condoom meenomen omdat hij dezegen is die hem om moet doen --> niet waar 
4. Op condooms zit een houdbaarheidsdatum --> waar 

 

Opdracht 40. eigen antwoord. 

Opdracht 41. eigen antwoord. 

Lees meer »

Antwoorden Seks enzo

Hier vind je alle antwoorden van de opdrachten bij het onderwerp 'Seks enzo'.
(blz. 58 t/m 65) 

Opdracht 43. Van punt naar punt, volg de lijnen met je pen, wat zie je dan? 

Een aubergine en een perzik kijken elkaar blij aan en lopen hand in hand.

Opdracht: 44.  Bedenk zoveel mogelijk redenen waarom mensen seks zouden (willen) hebben.

voor hun plezier, uit liefde, verveling, als workout, uit nieuwsgierigheid, voor het maken van een baby, om te ontstressen, om pijn te verminderen, om te verbinden, uit verlangen, vanwege de aantrekkingskracht, voor de lol, om te ontdekken, en nog veel meer redenen.

Kun je ook redenen bedenken waarom je geen zin in seks zou kunnen hebben?

Wanneer je moe bent, je niet je niet goed/fit voelt, geen zin hebt, gestresst bent, je niet veilig of op je gemak voelt, en nog veel meer redenen.

Opdracht 45. Kraak de code
Heb je het goed gedaan, dan verschijnt er een penis met een gezichtje.  En deze vriend heet : Willy 

Opdracht 46. Invuloefening over 'het maagdenvlies'
1. niet                                             
Het woord dat uit de puzzel komt is: 
2. hymen                                     
 Hymen 
3. tampon 
4. heel        maagd 

Opdracht 47. Besnijdenis 
1. 30% 
2. medische           hygiënische 
3. medische noodzaak 
4. shock       overlijden 
5. Het is helaas nog altijd een traditie in 28 Afrikaanse landen. 

Opdracht 48. 10 redenen waarom het gezond is om te masturberen.
Reden 1.
Het is goed voor je hart.
Reden 2. 
Minder kans op stress en op lange termijn minder risico op een depressie. 
Reden 3.
Beter slapen.
Reden 4. Het geeft je immuunsysteem een boost. 
Reden 5.
Het is goed voor je bekkenbodemspieren. En daarmee verkleint het de kans op incontinentie.
Reden 6. Het verkleint de kans op ontstekingen aan de urinewegen bij vrouwen. 
Reden 7.
Het maakt je zelfverzekerder. 
Reden 8.
Het maakt de seks beter. 
Reden 9.
Het is veilig. 
Reden 10.
Het is gratis!

Lees meer »